Terug naar Reacties     Home

Ton Lolkes de Beer, Lichting 65-1

 
Ongeveer anderhalf jaar na ontscheept te zijn in Amsterdam, ben ik in maart 1968 via Australië naar MADANG in Australisch Nieuw Guinea vetrokken. Sinds die tijd is er veel gebeurd en is mijn leven verlopen als een soort “Indiana Jones” verhaal. Kwam aan in Sydney en was pas 23 jaar! Ik vertrouwde op mijn ervaring als militaire in Suriname ik dacht dat niets te groot of te klein was....geen berg te hoog, geen rivier te diep! Afijn...ik zou een boek kunnen schrijven, maar het ontbreekt mij aan die ambitie. Bovendien mijn Nederlands zit vol met fouten.

Mijn tijd in Suriname was het begin van een avontuurlijk levensloop.Wat ik in 23 jaar Nieuw Guinea heb meegemaakt overschaduwd in grote maten de 14 maanden Suriname. Ondertussen woon ik alweer 10 jaar in Australië, na eerst nog op de Canarische Eilanden te zijn geweest (La Gomera).

Je kan je nu voorstellen dat ik even de tijd nodig heb om mijn geheugen te verfrissen. Echter, je ontvangt van mij een kort verhaaltje met een paar foto's erbij.

Als militair heb ik goed meegedraaid en stel de onthulling van een TRIS standbeeld op prijs. Het verheugt mij te horen dat het RIOG weer hersteld is en actief is. Ik ben mij goed bewust van de geschiedenis in het algemeen en ken de geschiedenis van het RIOG vaandel en de oorsprong van het regiment.
 
Ik beloofde te schrijven:

Nadat ik verschillende TRIS "sites" (zie bij LINKS) heb bekeken, ben ik tot de conclusie gekomen dat mijn verhaal niet echt afwijkt van die verhalen die al door anderen TRIS mannen zijn verteld. In dat opzicht klopt het wel, omdat we allemaal dezelfde diensten draaiden. Loop- en vaarpatrouilles maakten en op dezelfde detacheringen (3) gelegerd waren. Ik heb dus weinig toe te voegen. Net zoals vele andere vrijwilligers voor Suriname, koos ook ik voor een avontuurlijken militairen dienstplicht en meldden mij aan. Dus... na opkomst in de Tapijn Kazerne, Maastricht voor 2 maanden basis training
 

foto van opleiding in Maastricht in 1965

 
Gevolgd door 3 maanden voortgezette opleiding in de Ernst Casimier Kazerne, Roermond vertrok ik met de 1st detachering C. Compagnie op 14 oktober 1965 per Ms Willemstad via Southhampton, de Azorres, Madeira en Barbados naar Paramaribo.

Eenmaal ontscheept in Paramaribo werden we direct per “dikke DAF” naar Kampement Zanderij afgevoerd en zoals de naam van het kampement suggereert, het kamp ligt op een droge hete zanderige savanne vlakte. Er liep een kreek langs het kamp en als “nieuwe rekruten” werden we door de kreek gejaagd (er lag ook een brug!) om het kamp binnen te komen. Die zelfde dag ontvingen we onze jungle uitrusting en na wat administratief gedoe begon een 5 maanden jungle training. De infanteristen kregen toen te maken met bloed, zweet, hitte en tranen. We leerden te vechten en overleven in de groene hel. En dit allemaal dankzij de bekwamen creoolse kaderleden, want zonder hun kennis zouden er veel meer ongelukken zijn gebeurd. De bush-bush is niet geheel zonder gevaar. Tijdens de 5 maanden Zanderij waren we ook belast met de bewaking van het gelijknamige vliegveld aldaar, we hadden de karabijn als wapen en de bren als groeps wapen. Na 5 maanden werden we overgeplaatst naar het Prins Bernard Kampement in Paramaribo voor 6 weken.
 

lucht foto van het Prins Bernard Kampement, Paramaribo te Suriname

 
We liepen wacht op het kampement, controleerden manschappen, onderofficieren en officieren op hun papieren. Ook bewaakten we het Gouverneurs Paleis in Paramaribo en een munitie opslagplaats buiten de stad. Vervolgens werden we gedetacheerd in Albina, Brownsberg en Nikerie. .
 

Brownsberg, augustus 1966

 
De Detacheringen duurde gemiddeld 6 weken, gevolgd door 6 weken in het PBK te Paramaribo.
In Albina maakten we loop- en vaarpatrouilles langs de Marawini rivier, die de grens vormt met Frans Guyana

Vaarpatrouille naar Mamadam van 2de peloton C Compagnie 1965

 
Vlag vertoon en contact met de dorpen langs de rivier was het doel. In Nikerie vormde de Corantijn rivier de grens met Brits Guyana en onze taak was zoals die in Albina. In Nikerie hadden we ook de taak om rebellen van Brits Guyana uit Surinaams grondgebied te houden.
 

Patrouille in Nikerie April 1966 Suriname

 
Brits Guyana werd in 1966 onafhankelijk en rebellen uit dat buurland kwamen de rivier over en wilden ook een onafhankelijkheid status afdwingen voor Suriname iets dat overigens geheel terecht, een feit werd in 1975. Op die patrouilles hebben we een man verloren die verdronk tijdens een vaarpatrouille. Na 15 maanden avontuurlijken dienst vertrokken we in oktober 1966 per MS Oranje-Nassau naar Amsterdam.
 

Wachtlopen Gouverneurs paleis Paramaribo. Wollie Visscher en Ton.Lolkes de Beer uit juli 1966

 

Ere wacht paleis in Paramaribo

 

2e peloton Charlie Compagnie 1965

 
Met soldaten groet,

Ton. Lolkes de beer

Bren schutter
2e peloton Charlie compagnie 1965
 

Top