Terug naar Reacties
Home |
Pieter de Wit,
Lichting 71-2 |
|
Op de reünie van
TRISKontakten in Ermelo op zaterdag 16 oktober 2010 spraken wij even met
elkaar. Ik heb toen beloofd dat ik mijn oude negatieven m.b.t. de YP408
door de scanner zou halen en aan jou zou doormailen. Belofte maakt
schuld.
Niemand weet mij de exacte datum te vertellen waarop de 5 bewuste YP
408's zijn gearriveerd in Paramaribo. Voor mijn gevoel was het januari
1972. Ik weet dat ze werden gebracht door het motorschip Ladon van de
KNSM. Misschien dat jij er in oude legerarchieven achter kunt komen. Ik
heb, gezien jullie opzet, getracht de foto's per kenteken bij elkaar te
zetten. Het vervelende van mijn negatiefscanner was dat elke strook
gelezen wordt van achteren naar voren. Dat gaf dus het nodige
sorteerwerk.
Ik heb uiteraard ook op de YP408 website "
forgotten hero" bij kentekens gekeken en heb tot mijn
stomme verbazing gezien dat daar al twee van mijn foto's opstaan,
ingestuurd door Jan Frie. Zijn naam zegt mij niet zoveel meer na al die
jaren, waarschijnlijk een van de maten. Aangezien ik toen heel vlot was
in het uitdelen van door mij gemaakte foto's zal hij er destijds zo zijn
aangekomen.
Groeten vanuit Geldrop,
Pieter de Wit, TRIS. (van maart 1971 tot april 1972) |
|
Bij de foto's van de uitlading van de YP's in
Paramaribo hoort nog het volgende verhaal: |
|
Suriname krijgt 5 YP 408’s: |
|
 |
Het moet ergens in 1971 tot de legertop zijn doorgedrongen dat het
zo
niet langer kon; Suriname verdedigen met materieel uit de 2e
wereldoorlog. Als we zouden worden aangevallen, dan konden we toch
onmogelijk de vijand tegemoet rijden in onze Canadese GMC Otters uit
1943. Al onze Otters reden altijd braaf mee in de parade, die in
Suriname twee keer per jaar werd gehouden. |
Maar als onze 5 rijklare
Otters voorbij waren getrokken, volgde steevast ons enige exemplaar DAF
YB 616 takelwagen. Hij vervulde de rol van bezemwagen, voor het geval dat.
Ons hele militaire wagenpark bestond uit 55 voertuigen! Al onze NEKAF
jeeps ( 25 stuks), alle 20 exemplaren DAF YA 314’s, onze 2 stuks DAF YA
126 Wep 1-tonners en zelfs onze twee bussen van het Amerikaanse
schoolbustype reden op benzine.
Maar de tijden veranderden. Ergens in januari 1972 zal het zijn geweest,
dat zowat alle beschikbare dienstplichtige chauffeurs op een morgen naar
de Nieuwe Haven van Paramaribo werden gestuurd, zonder hun voertuigen.
Het KNSM motorschip LADON lag aan de kade met maar liefst 5
pantserwagens van het type DAF YP 408 in haar ruim. Het dieseltijdperk
van de TRoepenmacht In Suriname (TRIS) was begonnen. |
 |
Wij als dienstplichtigen van de Transportafdeling
verheugden ons erg op dit buitenkansje, namelijk een ritje vanaf de
haven dwars door Paramaribo in de eerste echte naoorlogse pantserwagen.
Wij stonden vol spanning te kijken toen de eerste YP in de takels uit
het ruim gehesen werd en op de kade werd gezet. De 2e YP volgde al snel.
Volgens ons kon er nu gereden gaan worden. |
Er was namelijk een adjudantrijinstructeur
aanwezig in de haven, die een week ervoor speciaal uit Nederland was
ingevlogen.
Groot was echter onze teleurstelling toen een boerentractor
verscheen met een aangekoppelde dieplader. Een lierkabel werd
uitgetrokken en de YP werd op de dieplader gelierd, zonder de motor te
starten. |
 |
Onze commandant kapitein Monteban die de hele
operatie leidde, wees een man of vier van ons aan die bovenop de YP
moest plaatsnemen. Die andere dieselmotor, namelijk die van de tractor
werd gestart en in een slakkengangetje ging het door de stad naar het
Kampement. Geen ritje erin, maar er bovenop en dat hangend achter een
boerentractor. Het voelde niet groots! |
Dit tafereel herhaalde zich nog twee keer met de 2e
en de 3e YP. Bij de 4e en de 5e YP veranderde onze kapitein van tactiek.
De dieplader werd naast het schip gezet en de YP werd direct op de
dieplader gezet, zodat er niet gelierd hoefde te worden. In alle vijf
gevallen werden de motoren van de YP’s niet gestart en deed de
boerentractor het voor ons vernederende werk. Een beetje vreemd was het
wel dat toen de YP’s eenmaal veilig binnen de hekken van de
Transportafdeling stonden er de nodige kisten uit de 5 YP’s werden
gehaald.
Volgens onze commandant zaten die vol met de benodigde
reserveonderdelen. Na het uitladen van de kisten werden de motoren van
de YP’s één voor één gestart. Die werkten prima. De YP’s hadden dus best
door de bevoegde adjudantrijinstructeur gereden kunnen worden. Maar door
die vele kisten met reserveonderdelen was er dan toch geen plaats voor
ons geweest IN het voertuig. Hadden we er in ieder geval toch maar
lekker bovenop gezeten! Dat nam niemand ons meer af.
In 2003 kwam ik op een reünie van het 4e peloton B-Cie onze luitenant
van destijds tegen. Ik vertelde hem het verhaal over de ontscheping van
de YP’s in 1972 en de teleurstelling over het ritje achter een
boerentractor hangend. Hij schoot in zijn lach en vertelde de ware
oorzaak van onze eertijds misgelopen rit IN een YP 408. De kisten met
reserveonderdelen hadden nauwelijks reserveonderdelen bevat. Bijna alle
kisten hadden vol gezeten met privéspullen, bedoeld voor een aantal
officieren. Die hadden een slimme manier gevonden om buiten het zicht
van de Surinaamse douane om wat spulletjes Suriname binnen te krijgen.
Door: 490823571, dienstplichtig soldaat
Pieter de Wit |
|
De volledige foto rapportage kan je bereiken via
DEZE LINK. |
|
Een beetje oneerlijk is het feit dat de twee laatste foto's
uit de rapportage niet gaan
over de YP's, maar over haar voorgangers: De Canadese GMC Otter. We
hadden er een stuk of 5 rijdende exemplaren van (en een stuk of 4 sloop
exemplaren). Ze werden in mijn tijd (1971/1972) nooit meer gebruikt,
behalve als er parade gereden moest worden (2 keer per jaar). Ik dacht
dat ze dateerden uit 1942 of 1943.
Inmiddels heeft de TRIS 2 exemplaren uit de bush van Suriname naar
Nederland gehaald. Men wilt daar één rijdende Otter van maken. Dus als
je weet of er ergens ter wereld nog een rijdende versie bestaat of wie er nog
onderdelen te koop heeft, neem dan
contact
op via deze site met Ad van Wingerden (voorzitter TRISKontakten). |
|