Terug naar Reacties     Home

 

     1     2     3     4   

 
Cor(nelis) van der Pligt, Lichting 74-4
 
Registratienummer 53.02.27.403. Herinneringen aan mijn tijd als “dienstplichtig soldaat”.
 


In de trein Rotterdam - Steenwijk. (Gemaakt door Paul Buisman?)

 
Wanneer ik schrijf over “mijn diensttijd” dan is het mijn verhaal, met mijn emoties, mijn herinneringen, mijn gevoel. Ik zag (net als zo velen, denk ik) “de dienst” totaal niet zitten. Toen ik eenmaal in dienst was had ik het er ontzettend naar m’n zin. Het heeft achteraf jaren geduurd voordat ik de diensttijd achter me kon laten.
Mijn geweldig fijne diensttijd heb ik zonder twijfel ook mede te danken aan “de jongens op de kamer”. Ik vind dat wij met elkaar een goede groep waren. Ik denk er met veel plezier aan terug. Daarnaast vind ik ook dat wij een goed “kader” hadden. Ik vind dat de sfeer goed was. Hoewel iedereen “verplicht in dienst” was, vind ik het een heel ongedwongen tijd.
Hierboven schrijf ik verleden tijd en tegenwoordige tijd door elkaar. Waarom? Omdat ik nog steeds “vind” dat het een prachtige tijd is in mijn leven. Ik kijk nu meer dan 30 jaar terug. Maar nog steeds sta ik zelf voor 200% achter mijn gevoel dat het een geweldige tijd is. Hoewel verleden tijd, heeft het voor mij een directe sturing gegeven aan mijn leven.
Een jaar na het afzwaaien werkte ik in het P.M.T. Stroe. En later in het P.M.T. Oirschot. Het was grappig om daar weer de lesvoertuigen te zien waar ik zelf ook op gereden had.

Mijn diensttijd begon met twee maanden opleiding als YP-chauffeur op PIROC in Veldhoven.
Daarna 14 maanden Steenwijk op de Johan v. d. Kornputkazerne. Bravo-cie, 45e PAINFBAT.
Heel veel “velddiensten”. 5 keer oefening Duitsland. Pantserstorm. “Generaal Bartels-beker-wedstrijd”. Het boerenleven in de natte herfst van 1974 op Goeree-Overflakkee en het Westland. Een zeskamp vanwege een jubileum op / van de kazerne. Het “gewone kazerneleven”. Ik zal proberen in vogelvlucht het één en ander te laten zien. Steeds vanuit mijn gevoel, mijn emotie, mijn herinnering.

Voordat ik begin wil ik even stilstaan bij een maatje van de kamer die een aantal jaren geleden overleden is. René Homan. Een jongen uit Amsterdam. Onderwijzer. Prettig in de omgang. Heel plezierig. Hij was getrouwd en na de diensttijd ben ik nog eens een weekend bij hen geweest. Ik woonde toe nog in Strijen (een dorp op de kleigrond van de Hoeksche Waard) en keek m’n ogen uit naar de drukte ’s-nachts om twee uur op de Kalverstraat in Amsterdam.
Hij heeft veel geholpen met het “aftanken” van de YP. Ik moet daar nú nog regelmatig aan terugdenken om de humor en de gein die we dan hadden. René Homan. Goeie kerel!
 

 
PIROC, Veldhoven.
Juli / augustus 1974.
Pantser Infanterie Rij- en Opleidings Centrum (Pantser Infanterie Rust en Ontspannings-Centrum)

Van die eerste periode kan ik me niet zo veel herinneren. Alles was nieuw. Alles was totaal anders dan thuis. Er was een sergeant Koolen.Geloof ik. Ik had geen flauw idee wat “de dienst” was, maar ik vond het wel tof. Vanaf het eerste begin ben ik nooit met tegenzin thuis weggegaan om naar de kazerne te gaan. PIROC was een rijopleiding en ik kwam op een YP terecht. Vooral het begin was best pittig om te wennen aan dat bakbeest. Vooral het “rechts-vrij” vormde een goed samenspel met de boordschutter.
Rijden met de YP door Eindhoven en omgeving was leuk. Ook dit was allemaal nieuw. Ik heb er een toffe tijd gehad. Één keer zijn we op bivak geweest. Één overnachting “ergens” op de hei. Over deze twee maanden weet ik eigenlijk niet zo veel meer te herinneren. Maar het was hartstikke leuk!
 

 
Johan van den Kornputkazerne, Steenwijk.
45e PAINFBAT / Bravo-cie / 2e peloton / kamer 33.
2 september 1974.

Maandag 2 september begon het “echte werk”.
Ik had mijn rijbewijs voor de YP en werd ingedeeld op kamer 33. Daar lagen op de kamer: Gerard Horlings, Tromp Post, René Homan, Jan Stuifbergen, Roy Tai Tin Woei, Herman Vos, Bert Hartsuiker en Jos Som.
“De jongens” waren hier al twee maanden. Ik kreeg hier ook mijn vaste maatje en tevens m’n vaste boordschutter: Do Sierkstra. Een prettig maatje. Met één nadeel. Als we op bivak waren en er werd reveille geblazen was hij direct wakker, vrolijk en liep te fluiten. Daar baalde ik van. Ik wil eerst even “rustig” op gang komen. Voor de rest een prima slapie en boordschutter! Net als de andere jongens op de kamer. Er is geen dag geweest dat ik er met tegenzin was.
Toen ik op 29 oktober 1975 afzwaaide had ik na twee maanden op m’n knieën willen terugkruipen. Ik kan me voorstellen dat er “jongens van de kamer” zijn die de dienst anders beleefd hebben. Voor mij is de diensttijd een on-ge-loof-lijke mooie tijd geweest.

Oké. In vogelvlucht zal ik 14 maanden Steenwijk laten passeren. Uiteraard vergeet ik dingen. Er zijn ook dingen die voor veel emotie, gevoel, beleving, zorgde wat niet in woorden is te bevatten. Wie het begrip “MIO-INSPECTIE” niet weet, kan niet invoelen hoe hectisch dat was. En zeker toen we ook gereed stonden voor een “oefening Duitsland”. Wie kent het “BLENCO’EN”? Met groen “rotzooi” je pukkel, ransel en andere “zooi” insmeren? Wie kent niet het vervelende “wapenonderhoud” (niet onder de douche!)
Zelf vond ik het tof dat ik een “chauffeursspeld” gekregen heb voor goed rijgedrag. Ook de MLV-speld. In februari 1975 soldaat 1. En in september 1975 korporaal.
Wachtlopen op de kazerne vond ik nooit een probleem. Op oefeningen Duitsland en velddiensten (als “mijn YP” mee ging) hoefde ik meestal geen wacht te lopen.
Het “colonne-rijden” was een verschrikking. Vooral naar Duitsland. Er werd wat afgevreten, gerookt en weer gevreten om wakker te blijven. Dankzij de “ritsel-kist” was er meestal genoeg proviand.
Natuurlijk mogen woorden als “CADI”, “voor de bedden”, “appèl”, “SMACAAS” (dat is een woord van PIROC en heeft te maken met de UZI.). “SOXMIS” had te maken met oefeningen Duitsland en daarmee werd bedoeld een voertuig van het Warschau Pact.
Er was een kreet: “Het bier is weer best”. Dat we moesten opdreunen tijdens exercitie. Ik geloof dat het maken had met rechts-om-keert.
“Oefening Duitsland” en het moment van “ijskast” horen onlosmakelijk bij elkaar. Met dichte mist, gladheid, regen, of een fout in het verloop van de “oorlog tussen groenland en blauwland”. Altijd weer de onzekerheid: wanneer gaan we verder?
Oefeningen waarbij wij “de tegenpartij” speelden waren altijd prettig. Dan hoefde je geen buitenhelm op. Over de binnenhelm kreeg je, van schuimrubber, een “hanenkam”.
Steeds meer flarden aan herinnering komen boven.
Vooral de “oogsthulp” in november en december 1974 is onvergetelijk. Op Goeree Overflakkee zaten we in “Het Toppershoedje”. In het Westland zaten de in De Lier. In Kamp Scheffer.

Nu genoeg “ge-algemeniseerd”.
Ik duik nu in de verslagen van “MIJN MILITAIRE DIENSTTIJD”.

 
2 september 1974. Steenwijk.
Voor twaalf uur (dus na half twee) melden bij de Kornputkazerne. Ik kwam dus op kamer 33. 1e verdieping.
De meeste jongens waren al twee maanden daar. Een aantal kwam er bij. Van een opleiding elders. Of, net als ik, nieuw.
Die eerste week hebben we velddienst gehad. Op de hei bij Havelte. Flarden aan herinneringen komen boven. Bestond er niet iets als “het koffie bosje”? Of “de witte stenen”?
 

 
Oktober 1974: De Harskamp.
In oktober 1974 waren we een week in “de Harskamp”.
Schietoefeningen. Ook “de gevechtsbaan”. Een spektakel van jewelste! Ik heb daar geschoten met mijn “eigen” UZI en met de “. 50” We waren daar gelegerd in oude gebouwen. Een heel verschil met Steenwijk!
 

     1     2     3     4   

 

Top